De verschillende classificaties: wat zeggen die nou eigenlijk?
Hoewel er in Ribera del Duero ook een klein aandeel rosé en wit wordt geproduceerd, beperken we ons hier tot de rode wijnen. Wettelijk moeten die voor 75% uit tino fino bestaan, eventueel aangevuld met rassen als cabernet sauvignon, merlot, malbec en garnacha tinta. Net als in de rest van Spanje, wordt er in Ribera del Duero een onderscheid gemaakt tussen de classificaties cosecha, crianza, reserva en gran reserva om de houtrijping van de wijn aan te geven. Joven wijnen hebben geen houtrijping gehad, roble wijnen slechts een minimale (hout)rijping van 3 maanden, crianza’s hebben minimaal twee jaar gerijpt waarvan minstens één jaar op hout. Beide stijlen leveren toegankelijke wijnen, vol rood en zwart fruit en een subtiele vanilletoets. Reserva’s rijpen minstens drie jaar waarvan minstens één op hout. Gran reserva’s zijn wijnen van de buitencategorie die alleen in topjaren verschijnen en wettelijk het
langst achtergehouden worden voor ze op de markt verschijnen: in totaal vijf jaar waarvan minstens twee op hout. Het betreft hier bijzonder gelaagde en complexe wijnen die qua profiel en postuur wel wat weg hebben van de oude tino fino stokken waar ze uit voortkomen: knoestig, krachtig, aards met intens donkere tonen van chocola, tabak en leer.
Om het nog iets ingewikkelder te maken, zijn er ook producenten die zich niets aantrekken van deze vastgelegde kwalificaties en hun wijn releasen op het moment waarop zij zelf vinden dat die klaar is. Een typerend voorbeeld is de Vega Sicilia ‘Unico’ 1968 die pas tegelijkertijd op de markt werd gebracht met de 1982 vintage: in 1991!