Vrijwel overal ter wereld waar wijn wordt verbouwd, wordt Frankrijk beschouwd als dé standaard. Alhoewel de laatste decennia er een duidelijke verschuiving te zien is, zal bijvoorbeeld een Toscaanse wijnmaker van Merlot wijnen proberen om een Merlot wijn te maken die zich kan meten met de kwaliteit van een Pomerol en zal een Zuid-Afrikaanse wijnmaker met een pinot noir het karakter van een Cote de Nuits proberen na te streven.
Frankrijk beschikt over de unieke combinatie van een hele specifieke bodemgesteldheid, de terroir, en een klimaat dat zich uitstekend leent voor het verbouwen van de toonaangevende druiverassen. Dat gecombineerd met kennis die al voor de Romeinse tijd is opgebouwd en zich sterk heeft geëvoleerd sindsdien plus de strenge wetgeving voor het verbouwen van wijnen, zodat kwaliteit is gewaarborgd, heeft geleid tot omstandigheden waarin de beste wijnen ter wereld worden gemaakt.
De eerste wijnstokken kwamen zo'n 2500 jaar geleden naar Frankrijk, waarschijnlijk door de Feniciërs die ze aan land brachten in Marseille. De Romeinen brachten de wijnstokken uiteindelijk verder naar het noorden. Een goed voorbeeld hiervan is te zien op Domaine Drouhin in Bourgondië: in hun kelders, zo'n 20 meter onder de grond, zie je een geheel intacte Romeinse toren.
Na een relatief stabiele groei van de wijnproductie door de eeuwen heen, groeide bevolking en hierdoor de welvaart in de 19e eeuw, direct na de Franse revolutie. Rond 1870 kwam echter de phylloxera-crisis, die een periode van achteruitgang veroorzaakte die duurde tot het midden van de 20e eeuw. Vanaf de jaren 60 kwam er nieuwe aanplant bij en kreeg de kwaliteit een flinke boost. Was er in 1870 nog 25.000 hectare wijngaarden in de Medoc, in 1960 was dat nog maar 5.000 hectare. In 1990 was dat gegroeid naar 13.000 hectare. Deze nieuwe hectares werden voornamelijk aangeplant met als doel kwaliteitswijnen te produceren in plaats van eenvoudige wijnen.
In de 20e eeuw werden door overheidsingrijpen regels vastgesteld voor de teelt van wijn, de te gebruiken druivensoorten en de afbakening van wijngebieden. Deze regels zijn onder meer vastgelegd in de appellations.
Ondanks het feit dat er steeds meer wijnen wereldwijd worden gemaakt, die zich op zijn minst kunnen meten met de grote Franse wijnen, wordt Frankrijk nog steeds gezien als de standaard. De beste wijnen uit de Bordeaux, met zijn beroemde appelations Pauillac, Margaux, Graves, Saint Emillion en Pomerol genieten wereldfaam. Dat geldt eveneens voor de beste wijnen uit de Bourgogne, waar in de Cote de Beaune de Chardonnay wijnen en in de Cote de Nuits de pinot noir wijnen worden beschouwd als de gids in wijnmaken. Maar ook in de Rhone, de Loire, de Champagne en in de Elzas genieten de wijnen wereldfaam.
In Frankrijk worden de volgende blauwe druivensoorten veel gebruikt: Cabernet Sauvignon, Merlot, Petit Verdot, Carmenere, Pinot Noir, Syrah, Grenache, Cabernet Franc, Gamay,
Verder worden de volgende witte druivensoorten veel gebruikt; Chardonnay, Sauvignon Blanc, Semillion, Viognier, Marsanne, Rousanne, Muscat, Chenin Blanc.
De beste rode Franse wijnen worden over het algemeen van Cabernet Sauvignon, Merlot, Pinot Noir en Syrah gemaakt. De beste witte Franse wijnen worden over het algemeen van Chardonnay en Sauvignon Blanc gemaakt.
Champagne wordt van Chardonnay, Pinot noir en pinot mineur gemaakt. Opvallend is dat bij het maken van Champagne een overgroot deel blauwe druivensoorten worden gebruikt. Het is een witte wijn maar door het direct persen van de blauwe druivensoorten wordt er een witte wijn van gemaakt zonder een rode of roze tint. Alleen bij rose Champagne worden de blauwe druiven niet direct geperst.
Ieder land kan zijn eigen wetgeving met betrekking tot wijn vastleggen. Hierin worden onder andere eisen gesteld aan:
De herkomst van de wijn, de regio. Indien een bepaald gebied beschikt over zeer goede klimatologische omstandigheden en/of specifieke grond (terroir), dan kan het een kwaliteitskenmerk zijn dat een wijn uit een bepaalde regio komt.
De gebruikte druivensoorten. Per gebied kunnen eisen worden gesteld aan welke druiven gecultiveerd mogen worden om een appellation te krijgen. Niet alle druivensoorten leveren namelijk de beste resultaten in een bepaald gebied.
De opbrengst per hectare. Het maximale aantal hectoliters per hectare wordt vastgesteld.
Het minimale alcoholpercentage.
De gebruikte technieken in de wijngaard en op het chateau. In Frankrijk mag bijvoorbeeld niet geïrrigeerd worden bij (extreme) droogte. Gebeurt dat wel, dan mogen de druiven niet gebruikt worden in de wijn die de appellation draagt.
De keuring van de wijnen. Alle wijnen die een appellation krijgen, moeten analytisch (in een laboratorium) en proeftechnisch (dus door te proeven) worden goedgekeurd.
I