Andalusië, een regio in het zuiden van Spanje, heeft een lange en gevarieerde wijnbouwgeschiedenis. Hoewel niet zo beroemd om zijn wijnen als sommige andere Spaanse regio's zoals Rioja of Ribera del Duero, staat de regio bekend om zijn prachtige landschappen en kwaliteitswijnbouwtraditie. Traditionele methoden zijn nog steeds gebruikelijk in deze regio, zoals het gebruik van muilezels voor het ploegen en oogsten.
De wijnbouwgeschiedenis van Andalusië gaat meer dan 2000 jaar terug met het maken van wijn door de Feniciërs. Deze wijngaarden waren de bakermat van de eerste Spaanse wijnen. De regio werd pas echt bekend door wijnen zoals Sherry toen deze binnen Europa werden geëxporteerd. Dat was tot de 19e eeuw, toen ziektes de Europese wijngaarden troffen, waaronder Jerez en Malaga, die kleinere wijngebieden zijn binnen de wijnregio Andalusië.
Andalusië heeft een heet klimaat. Daarom liggen wijngaarden vaak in de koelere kustgebieden of hoger gelegen gebieden. Deze wijngaarden gedijen goed in bergachtige gebieden zoals Sierras de Malaga, Sierra Nevada en Alpujarras. Het gebied biedt een scala aan gecultiveerde druiven, van lokale tot internationale variëteiten, waardoor het een zeer divers wijngebied is. Sommige wijngaarden, zelfs op 1.000 tot 1.400 meter hoogte, produceren wijnen met druiven als Pinot Noir, wat zeer ongebruikelijk is in een zuid-mediterraan gebied.