Paolo Scavino is een historisch wijnhuis in Barolo, bekend om zijn rijke wijnbouwtraditie. Opgericht in 1921 door Lorenzo Scavino en zijn zoon Paolo, begonnen ze met een bescheiden 5,5 hectare.
Tegenwoordig leidt Enrico Scavino, familielid van de vierde generatie, het landgoed samen met zijn dochters Enrica en Elisa. Enrico's reis in de wijnmakerij begon op 10-jarige leeftijd in 1951 toen hij fulltime ging werken. Met hedendaags 60+ jaar wijnmaakervaring is het altijd zijn doel geweest om de unieke kenmerken van elk terroir te benadrukken en het daarin belang van de Nebbiolo druif naar voren te brengen.
Het wijnhuis Paolo Scavino wordt gedreven door hun diepe respect en bewondering voor het land dat zij bewerken. Ze streven naar elegantie en complexiteit in hun wijnen, die worden gemaakt van drie druivensoorten: Dolcetto, Barbera en Nebbiolo. Deze kernwaarden en culturele principes zijn onveranderd gebleven en zijn van generatie op generatie doorgegeven.
Het landgoed meet 30 hectare grond uitsluitend in Barolo. Het wijnhuis werkt nauwgezet met 20 historische crus verspreid over Castiglione Falletto, Novello, Barolo, Verduno, La Morra, Serralunga d'Alba, Roddi en Monforte d'Alba. Vanaf het begin heeft de familie Scavino zich onderscheiden door hun zorgvuldige beheer van de wijngaard en het niet aflatende belang van de expressie van het terroir. Zij geloven stellig in de superioriteit van wijnbouw boven oenologie en geven voorrang aan het beste voor hun wijnstokken om de beste druiven te telen. Zij streven naar minimale interventie om de natuurlijke diversiteit en het unieke karakter van elk terroir te behouden.
Enrico experimenteert volhardend met het vinifiëren van wijnen per perceel. In 2007 ontwierp en bouwde hij zelfs zijn eigen gistingsvat exclusief voor Barolo wijnen, om de finesse van de extractie van zijn Nebbiolo druiven te verbeteren.
Enrico denkt met liefde terug aan de vroege dagen toen het werk in de wijngaard werd gedaan met behulp van ossen en paarden. Hij herinnert zich nog levendig de opwinding die hij voelde toen hij zijn eerste tractor kocht. Maar de technologische vooruitgang heeft zeker zijn stempel gedrukt op de wijnmakerij. In 1993 werden rotofermentoren geïntroduceerd, wat een revolutie betekende voor het wijnproductieproces. Tussen 1996 en 1999 werden de traditionele Sloveense vaten vervangen door Frans eiken. De barriques worden echter consequent alleen gebruikt voor de eerste 10 maanden van rijping voordat de wijnen worden overgebracht naar grotere eikenhouten botti.
In de loop der tijd is het percentage nieuw eikenhout aanzienlijk afgenomen. In de jaren negentig bereikte het een piek van 30%, maar van 2004 tot 2008 werd het percentage nieuw eiken teruggebracht tot 20%. In 2011 en 2012 werd dit percentage verder verlaagd tot 17%. Met name voor de oogst van 2015 werd het percentage nieuw eikenhout verder teruggebracht tot slechts 14%. Kwaliteitscontrole is van het grootste belang op het domein. Hoewel Scavino de capaciteit heeft om meer wijn te produceren, kiezen ze ervoor om 10-30% van hun productie in bulk te verkopen om hun strenge normen te handhaven.
