Aurélien loopt stage in de Bourgogne bij Luc Pavelot in Pernand-Vergelesses tussen 2002 en 2005. Daarna verhuist hij voor een korte periode naar Maule, Chili, waar hij dagelijks werkt met paarden in de wijngaard. Als hij uiteindelijk terugkeert op het oude nest in de Champagne, begint Aurélien in 2007 met de overgang naar een biologische manier van wijnbouw. Hij vestigt zich in het dorpje Chamery, in de Montagne de Reims. In datzelfde jaar schaft hij zijn prachtige klassieke Coquart-wijnpers aan (die 2000 kg kan persen).
Waar hij zijn druiven voorheen aan het biologisch gecertifieerde Champagnehuis Leclerc-Briant verkocht, net als zijn maatje Emilien Feneuil, gaat hij vanaf 2013 gzijn eerste eigen natuurzuivere Champagnes maken. Emilien volgt in 2015, met zijn eigen 'maiden vintage'.
Na het persen in de Coquart, stroomt het sap door middel van de zwaartekracht naar de oude traditionele kelder. De perscuvées en tailles zijn normaal gesproken gescheiden, maar kunnen ook worden gemengd (3/4 cuvée en 1/4 van de taille is gebruikelijk). Aurélien streeft naar een ongerepte frisheid in zijn wijnen.
De fermentaties verlopen vrij traag in zijn kelder. Aurélien experimenteert met het toevoegen van most van de komende vintage aan de basiswijn, waardoor zijn lie-rijping voor de basiswijnen nu zelfs meer dan een volledig jaar bedraagt. Voor zijn Côteaux Champenois, een stille rode wijn, laat hij de wijn nu tot 3 jaar in vaten rusten.
Er worden op dit domaine geen concessies gedaan aan de kwaliteit van de wijn en de opbrengsten zijn dan ook erg laag. De eerste reviews van William Kelley (voor Robert Parker) waren zeer lovend. Bij zijn eerste bezoek aan Lurquin, kende hij direct 95 PP toe aan de Blanc de Blancs.
Lees meer