Château Ducru-Beaucaillou is een wijnhuis gelegen in Saint-Julien aan de linkeroever van de Bordeaux. De wijn is geclassificeerd als een 2e Cru (Deuxième Grand Cru Classé) in de “Officiële Bordeaux Classificatie van 1855”.
Het land werd al vermeld in documenten van de 13e eeuw en de naam “Beau Cailloux” werd afgeleid van de “mooie en grote stenen” die gevonden werden in de bodem. Bertrand Ducru kocht de wijngaard in 1795 en gaf zijn naam aan het landgoed. Hij nam Paul Abadie aan, een bekende architect uit Parijs (tevens de ontwerper van de Basilique du Sacré-Cœur in Parijs), om een mooi château te ontwerpen op het domein.
In 1878 was er een schimmelprobleem (meeldauw) waar ontzettend veel wijngaarden last van hadden. Dit probleem werd min of meer opgelost doordat er bij Ducru-Beaucaillou werd geëxperimenteerd met een mengeling van calciumhydroxide en kopersulfaat, beter bekend als de “Bordeaux mixture” of “Bordeauxsoup”. Wijnmakers van over de hele wereld waren de eigenaren zeer dankbaar voor de oplossing die hun wijngaarden op deze manier van de meeldauw genas.
In 1941 werd het landgoed gekocht door François Borie, en zijn nabestaanden zijn nog steeds de eigenaren en wonen op het château. De 75 hectare wijngaard van Ducru-Beaucaillou bestaat uit 70% Cabernet Sauvignon en 30% Merlot, die gemiddeld 35+ jaar oud zijn. Tot midden jaren 1990 was er ook wat Petit Verdot maar die ranken zijn allemaal verwijderd om plaats te maken voor meer Cabernet Sauvignon en Merlot.
De wijn wordt gerijpt in 75%-90% nieuwe Franse eiken vaten voor 18 tot 20 maanden. Ducru-Beaucaillou wordt beschreven als een typische St-Julien wijn door de donkere kleur, finesse en elegantie. De gemiddelde productie is 10.000 kisten.
Sinds 1995 produceren ze ook een tweede wijn genaamd “La Croix de Beaucaillou”. Top oogsten voor Château Ducru-Beaucaillou zijn: 1961, 1970, 1982, 1996, 2000, 2005, 2009, 2010, 2014, 2015, 2016 en 2018.