Chateau Beau-Sejour Becot

Wijnbouw is sinds de Gallo-Romeinse tijd de hoofdactiviteit van het domein. In 1787 gaf generaal Jacques de Carles, onder de indruk van zijn verblijf aldaar, het domein de naam "Beau-Séjour", wat "heerlijk verblijf" betekent.

In 1969 kocht Michel Bécot het château en vergrootte de oppervlakte van de wijngaard tot 18,50 hectare door de aankoop van aangrenzende wijngaarden met een vergelijkbaar terroir. Ook transformeerde hij zeven hectare voormalige ondergrondse kalksteengroeven tot een opslagkelder waar tienduizenden flessen in optimale omstandigheden rijpen. Michel bleef het domein verbeteren en verfraaien tot zijn pensioen in 1985.

Zijn zonen, Gérard en Dominique, zetten de erfenis van hun vader voort en introduceerden verschillende technische innovaties in zowel de kelders als de wijngaarden. Zij oogsten nu alleen de rijpste en gezondste druiven, die individueel worden gesorteerd. Juliette, de dochter van Gérard, is in 2001 bij het domein gekomen om de wijnen van het familiebedrijf op de markt te brengen.

Château Beau-Séjour Bécot heeft een tumultueus verleden: in 1955 werd het geklasseerd als Premier Grand Cru Classé B, in 1986 gedegradeerd en in 1996 weer gepromoveerd tot Premier Grand Cru Classé B. Het terroir is uitzonderlijk: het grootste deel van de wijngaard ligt op het kalksteenplateau. Juliette Bécot en haar man Julien Barthe vertegenwoordigen de derde generatie van haar familie op het domein, samen met haar neven Pierre en Caroline Bécot. De wijnen waren ooit rijp en vol nieuw eikenhout en extractie, favoriet bij Robert Parker. Maar onder leiding van Juliette en Julien heeft er een belangrijke stilistische transformatie plaatsgevonden. Thomas Duclos geeft nu advies over het domein, als opvolger van Michel Rolland.