In 1705 kocht Jean-François de Pontet, gouverneur van de Médoc, een stuk grond in de buurt van het dorp Pauillac (Bordeaux) en plantte hij enkele wijnstokken. Enkele jaren later verwierf hij ook enkele percelen in Canet. Hij noemde het landgoed naar zijn eigen naam om het meer glamour te geven, wat in die tijd heel gewoon was.
In 1855 werd Château Pontet Canet geclassificeerd als een van de 18 5e crus van de officiële classificatie van Bordeaux. In 1865 werd het landgoed gekocht door Herman Cruse en Château Pontet Canet bleef tot 1975 in de familie. Toen verwierf Cognac handelaar Guy Tesseron het Château en tegenwoordig heeft zijn familie nog steeds de controle over het landgoed.
Momenteel beslaat Château Pontet Canet 120 ha, waarvan 81 ha met wijnstokken. De gebruikte druivensoorten zijn: Cabernet Sauvignon (62%), Merlot (32%), Cabernet Franc (4%) en Petit Verdot (2%) en de gemiddelde leeftijd van de wijnstokken is 40-45 jaar. De wijnbouw is gebaseerd op (gecertificeerde) biologische en biodynamische principes en het oogsten gebeurt met de hand met een strenge selectie. De wijn rijpt tot 20 maanden in eikenhouten vaten waarvan 60% nieuw.
Pas in 1972 werden de wijnen op het château gebotteld, daarvoor werd de wijn verkocht aan handelaren. In 1982 introduceerden ze een tweede wijn, genaamd "Les Hauts de Pontet". Sinds 2005 presteert Château Pontet Canet beter dan zijn status als 5th Growth en worden de wijnen geschaald als "Super Seconds".
Topjaren voor de "Grand Vin" zijn: 1959, 1961, 2000, 2003, 2005, 2009, 2010, 2015 en 2016.