De geschiedenis van wijnen uit Libanon

De Libanese wijnbouw gaat terug tot de 19e eeuw, toen jezuïtische priesters wijn begonnen te maken in Ksara, in de Bekaa-vallei, het belangrijkste wijngebied van Libanon.

Chateau Ksara groeide uit tot een van de belangrijkste wijnproducenten en leverde een derde van de Libanese wijnproductie. Samen met landgoederen als Chateau Musar en Chateau Kefraya verwierf het wereldwijde erkenning door het gebruik van Franse druivensoorten en wijnbouwmethoden.

Ondanks uitdagingen, zoals de burgeroorlog van 1975 tot 1990, kregen figuren als Serge Hochar van Chateau Musar wereldwijde erkenning voor hun wijnen van hoge kwaliteit.

De druiven van Libanese wijnen

Libanese wijnen bestaan uit een mix van lokale druiven, waaronder Cinsault en Obeideh, en internationale druivensoorten zoals Cabernet Sauvignon, Merlot en Syrah.

Opvallend is de Obaideh-druif, die wordt gebruikt voor wijnbereiding maar ook voor de productie van Arak, een likeur met anijssmaak. Merweh, een druif die lijkt op Semillon, wordt vaak gemengd met Obaideh om het karakter van de wijn te versterken.

Het terroir van Libanese wijnen

Libanese wijngebieden genieten van een mediterraan klimaat dankzij hun ligging met warme zomers en milde winters. De wijngaarden, die vaak op meer dan 1000 meter boven zeeniveau liggen, gedijen goed bij nachtelijke temperaturen die bijdragen aan de verbetering van de algehele kwaliteit van de druiven en de wijnen.

De gevarieerde bodemsamenstelling, zoals kalksteen, klei en grind, in de gebieden beïnvloedt de kenmerken en uitmuntendheid van Libanese wijnen aanzienlijk.

De classificatie van Libanese wijnen

Libanon heeft geen appellation en classificatiesysteem voor zijn wijnen, waardoor het moeilijk is om de kwaliteitsniveaus van de wijnen te bepalen. De Bekaa-vallei staat echter bekend om de productie van kwaliteitswijnen.