Roderick Kemp en nakomelingen
Toen Alfred Barnard Glen Spey en Macallan bezocht voor zijn boek The Whisky Distilleries of the United Kingdom, stonden beide bedrijven nog op naam van James Stuart. Glen Spey werd kort beschreven, maar aan Macallan werd nauwelijks aandacht besteed. In die tijd was het een ouderwetse bedoeling waar dezelfde whisky werd gemaakt als bij Glen Spey. Het grootste deel van de productie van ruim 180.000 liter vond zijn weg naar Engeland.
James Stuart zou Macallan houden tot 1892, Roderick Kemp nam de distilleerderij in dat jaar van hem over. Hij begon de ouderwetse en vervallen distilleerderij in een betere staat te herstellen. Hij liet onder andere een nieuw mouterijhuis bouwen met een opslagzolder voor gerst en een droogoven voor mout, en tussen 1895 en 1897 verschillende whiskypakhuizen. Hij veranderde de naam in Macallan-Glenlivet, Glenlivet was toen het gebied dat nu Speyside heet.
Voordat Kemp Macallan kocht, bezat hij al de helft van de aandelen van Talisker distilleerderij en richtte zo het bedrijf The Talisker & The Macallan distilleries Ltd op. Roderick Kemp zorgde ervoor dat zijn Macallan whisky een zeer goede reputatie kreeg.
Na het overlijden van Roderick Kemp op woensdagochtend 6 januari 1909 werd er een soort stichting opgericht die Roderick Kemp's Trust ging heten. Hiermee wilden de nabestaanden het landgoed van Kemp beschermen tegen overnames.
Op 12 februari 1924 werden dakdekker George Bain uit Elgin en bouwvakkers James Mackay uit Rothes en Alexander Fraser, ook uit Elgin, veroordeeld voor het stelen van whisky uit pakhuizen van Macallan. De drie voerden werkzaamheden uit op het terrein van de distilleerderij toen ze toegang kregen tot een whiskypakhuis door bakstenen van een muur te verwijderen. Door een gat te boren in een whiskyvat wisten ze 150 liter whisky te stelen. De misdaad werd ontdekt toen een medewerker van het pakhuis een natte vlek op de grond opmerkte. De rechtbank in Elgin gaf hen de keuze tussen een boete of zes weken gevangenisstraf.
Na de Tweede Wereldoorlog, in april 1946, kwam er een einde aan Roderick Kemp's Trust. Het werd een privébedrijf met de naam R. Kemp Macallan-Glenlivet Ltd. In de raad van bestuur van het bedrijf zaten nazaten van Roderick Kemp: Samuel Allan Shiach, Catherine Leslie Shiach, Gordon Leslie Kemp Shiach, Kathleen Chamberlain Harbinson en George Chamberlain Harbinson.