Macallan: een korte geschiedenis

Macallan: een korte geschiedenis

Macallan ligt 'verborgen' op het platteland en heeft een geschiedenis van meer dan 200 jaar. Het is onlangs volledig gerenoveerd en in de zomer van 2018 opengesteld voor het publiek.

In die 200 jaar is er veel gebeurd. Maar uiteindelijk wordt Macallan nu beschouwd als een van de toonaangevende en meest iconische distilleerderijen wereldwijd.

Laten we eens kijken naar deze 2-eeuwse weg naar glorie.

De start van Macallan in 1824

Het was Alexander Raid die in 1824 een vergunning aanvroeg om een distilleerderij te bouwen op een stuk land van meer dan zeven hectare dat hij huurde van de graaf van Seafield. Een jaar later produceerde Alexander zijn eerste whisky uit zijn distilleerderij McAllan, de naam van de plaats waar zijn onderneming was gevestigd.

Vlakbij de distilleerderij staat Easter Elchies House, gebouwd door kapitein John Grant in 1700. Dit huis werd in 1961 onderdeel van The Macallan en werd het symbool van de distilleerderij en de whisky. Alexander Raid zou nog tweeëntwintig jaar doorgaan met distilleren totdat hij op 18 oktober 1847 overleed. Het jaar na zijn dood werd de licentie overgedragen aan het duo James Shearer Priest en James Davidson. Dit partnerschap duurde drie jaar, maar vanaf 1852 stond de licentie alleen op naam van James Davidson. Hij was oorspronkelijk een graanhandelaar uit Rothes, toen vierenvijftig jaar oud en produceerde in 1866 tussen 68.000 en 91.000 liter per seizoen. James bezat de licentie tot 1868, toen deze overging op naam van James Stuart.

James Stuart had in 1875 met twee compagnons geprobeerd om de Glen Rothes distilleerderij op te richten, maar dit liep voor hem op een mislukking uit. In 1883 probeerde hij het met slechts één compagnon en begon met de bouw van distilleerderij Glen Spey, deze distilleerderij kwam in 1885 in productie. James Stuart besloot in 1886 distilleerderij Macallan van Seafield Estate te kopen en werd daarom gedwongen Glen Spey een jaar later te verkopen aan W. & A. Gilbey Ltd, een wijn- en gedistilleerdhandelaar uit Londen.

Roderick Kemp en nakomelingen

Toen Alfred Barnard Glen Spey en Macallan bezocht voor zijn boek The Whisky Distilleries of the United Kingdom, stonden beide bedrijven nog op naam van James Stuart. Glen Spey werd kort beschreven, maar aan Macallan werd nauwelijks aandacht besteed. In die tijd was het een ouderwetse bedoeling waar dezelfde whisky werd gemaakt als bij Glen Spey. Het grootste deel van de productie van ruim 180.000 liter vond zijn weg naar Engeland.

James Stuart zou Macallan houden tot 1892, Roderick Kemp nam de distilleerderij in dat jaar van hem over. Hij begon de ouderwetse en vervallen distilleerderij in een betere staat te herstellen. Hij liet onder andere een nieuw mouterijhuis bouwen met een opslagzolder voor gerst en een droogoven voor mout, en tussen 1895 en 1897 verschillende whiskypakhuizen. Hij veranderde de naam in Macallan-Glenlivet, Glenlivet was toen het gebied dat nu Speyside heet.

Voordat Kemp Macallan kocht, bezat hij al de helft van de aandelen van Talisker distilleerderij en richtte zo het bedrijf The Talisker & The Macallan distilleries Ltd op. Roderick Kemp zorgde ervoor dat zijn Macallan whisky een zeer goede reputatie kreeg.

Na het overlijden van Roderick Kemp op woensdagochtend 6 januari 1909 werd er een soort stichting opgericht die Roderick Kemp's Trust ging heten. Hiermee wilden de nabestaanden het landgoed van Kemp beschermen tegen overnames.

Op 12 februari 1924 werden dakdekker George Bain uit Elgin en bouwvakkers James Mackay uit Rothes en Alexander Fraser, ook uit Elgin, veroordeeld voor het stelen van whisky uit pakhuizen van Macallan. De drie voerden werkzaamheden uit op het terrein van de distilleerderij toen ze toegang kregen tot een whiskypakhuis door bakstenen van een muur te verwijderen. Door een gat te boren in een whiskyvat wisten ze 150 liter whisky te stelen. De misdaad werd ontdekt toen een medewerker van het pakhuis een natte vlek op de grond opmerkte. De rechtbank in Elgin gaf hen de keuze tussen een boete of zes weken gevangenisstraf.

Na de Tweede Wereldoorlog, in april 1946, kwam er een einde aan Roderick Kemp's Trust. Het werd een privébedrijf met de naam R. Kemp Macallan-Glenlivet Ltd. In de raad van bestuur van het bedrijf zaten nazaten van Roderick Kemp: Samuel Allan Shiach, Catherine Leslie Shiach, Gordon Leslie Kemp Shiach, Kathleen Chamberlain Harbinson en George Chamberlain Harbinson.

Macallan's recente geschiedenis...................

Zoals eerder geschreven, werd Easter Elchies House in 1961 gekocht van het landgoed Seafield en vervolgens gerestaureerd. Vijf jaar later, in 1965, werd het aantal distilleerketels verdubbeld van zes naar twaalf in een aparte distilleerderij met een eigen brouwketel en zes gistkuipen van larikshout. De familieleden Kemp begonnen in 1966 aandelen te verkopen. In eerste instantie aan het personeel en andere belanghebbenden bij de distilleerderij, zoals leveranciers. Het jaarlijkse dividend werd uitgekeerd in whisky, waardoor het de bijnaam 'The Malt of the People' kreeg.

In 1968 werd R. Kemp Macallan-Glenlivet Limited genoteerd aan de London Stock Exchange, zodat ook andere mensen aandelen konden kopen. In hetzelfde jaar werd de mouterij gesloten en in 1974 werd het aantal ketels uitgebreid tot 18. Een jaar later kwamen er nog eens drie bij. Weer twee jaar later werd Macallan geopend voor het publiek door er een bezoekerscentrum te bouwen. Als gevolg van de wereldwijde economische crisis werd de productie van de in 1965 gebouwde distilleerderij in 1981 stilgelegd, voordat deze in 1984 weer werd hervat. In 1986 verkocht de familie van Kemp 25% van de aandelen aan het Japanse Suntory en vier jaar later 26% aan het Franse Remy Cointreau. Na deze laatste aandelenverkoop had de familie nog maar 20% van de aandelen in handen.

In 1990 werd een whiskypakhuis in gebruik genomen dat 80.000 vaten whisky kon opslaan en een jaar later werd de distilleerderij die in 1965 was geopend weer gesloten. Vier jaar na de ingebruikname van het pakhuis werd een distributieovereenkomst getekend met Highland Distillers. In januari 1996 kocht dit laatste bedrijf de 26% aandelen van Remy Cointreau. In juli van datzelfde jaar vormden Highland Distillers en Suntory het bedrijf HS Distillers Ltd, dat daarmee 51% van de aandelen in Macallan verwierf. Suntory werd een stille vennoot in dit bedrijf en kreeg de exclusieve distributie van Macallan whisky in Japan. Als grootste aandeelhouder werden alle andere aandeelhouders, met in totaal 49% aandelen, uitgekocht en Highland Distillers in HS Distillers Ltd. de enige eigenaar van Macallan. Dit bleef niet lang zo, want in 1999 werd Highland Distillers zelf het slachtoffer van een overname. De 1887 Company kocht het bedrijf dat jaar. Eigenlijk wilde de Edrington Group Highland Distillers overnemen, maar had daar niet genoeg geld voor. Er werd besloten om samen met William Grants & Sons The 1887 Company op te richten. De naam The 1887 Company werd gekozen omdat dit het oprichtingsjaar was van William Grants & Sons en Highland Distillers. De aandelen in het nieuwe bedrijf werden als volgt verdeeld: Edrington Group 70% en William Grants & Sons 30%.

In 2001 werd er een nieuw bezoekerscentrum gebouwd en een jaar later werden de kleine distilleerketels voor de tweede distillatie verwarmd met stoom in plaats van kolen. In 2009 werd de tweede distilleerderij uit 1965 gerenoveerd en opnieuw in productie genomen met 3 extra roestvrijstalen fermentatievaten.

De nieuwe distilleerderij met het 'groene' dak

In de zomer van 2018 is een gloednieuwe The Macallan distilleerderij geopend voor het publiek. Deze nieuwe distilleerderij herbergt een brouwketel waarin 17 ton beslag kan worden gemaakt. Voor de fermentatie zijn er 21 roestvrijstalen fermentatievaten, elk met een capaciteit van 68.000 liter. De eerste distillatie vindt plaats in 12 koperen distilleerketels met elk een capaciteit van 12.950 liter, en de tweede distillatie gebeurt in 24 distilleerketels met elk een capaciteit van 3.900 liter. De totale jaarlijkse productiecapaciteit is 15 miljoen liter pure alcohol. Dit alles, inclusief een bezoekerscentrum, een kunstgalerij en een collectie van 400 verschillende Macallan whiskyflessen, is allemaal weggestopt onder een meer dan 200 meter hellend 'groen' dak, maar daarover later meer.

Het dak is 207 meter lang en 57 meter breed en bestaat uit vijf heuvels. Vier heuvels zijn 18 meter hoog en de grootste is 27 meter. Het dak werd gekscherend het teletubbiedak genoemd, maar de werknemer die dat in zijn mond durfde te nemen, kon ontslag tegemoet zien. Het oorspronkelijke ontwerp bestond uit één grote groene grasmat die de distilleerderij onzichtbaar in het landschap moest laten verdwijnen. Totdat men zich realiseerde dat er op deze manier erg weinig daglicht op de werkvloer kon schijnen. Om dit op te vangen verschenen er talloze driehoekige ramen in het dak die de onzichtbaarheid van de distilleerderij zo goed als teniet deden. De bouw van deze nieuwe distilleerderij duurde drieënhalf jaar en kostte £140 miljoen. 400 mannen werkten aan de bouw. Er werden ook zestien nieuwe whiskypakhuizen gebouwd. Deze pakhuizen, die 50.000 whiskyvaten kunnen opslaan, werden gebouwd met roodbruine muren en gifgroene daken. Met deze kleuren vallen de pakhuizen onmiskenbaar op in het landschap.

Domaine de la Romanee Conti La Tache 1961 in dubbelmagnum
 

Domaine de la Romanee Conti La Tache 1961 in dubbelmagnum

Bekijk blog
10 dingen die je moet weten over Ornellaia
 

10 dingen die je moet weten over Ornellaia

Bekijk blog
Brora: de wederopstanding
 

Brora: de wederopstanding

Bekijk blog
Aan favorieten toegevoegd