Madeira, een afgelegen vulkanisch eiland in de Atlantische Oceaan, werd bekend om zijn wijnen tijdens het tijdperk van de ontdekkingsreizen en diende als een belangrijke tussenstop op reizen naar Amerika. Madeira-wijn onderscheidt zich door zijn onconventionele rijpingsmethoden, waarbij bewust gebruik wordt gemaakt van praktijken die normaal gesproken worden vermeden bij het wijnmaken. In tegenstelling tot traditionele wijnen ondergaat Madeira tijdens het rijpen opzettelijke verhitting (estufa), koeling, blootstelling aan zuurstof en verdamping.
Van de vele druivensoorten die op het eiland verbouwd worden, springen er een paar uit: Tinta Negra Mole, Sercial, Verdelho, Bual (Boal) en Malvasia (Malmsey). De vier edele druivenrassen - Sercial, Verdelho, Bual en Malvasia - domineren samen met Terrantez en Tinta Negra. Deze edele druiven, die bekend staan om hun eigenschappen, vormen de ruggengraat van de Madeira-wijnproductie.