Bij de meeste distilleerderijen in Schotland worden een aantal werkzaamheden uitbesteed aan gespecialiseerde bedrijven. Springbank is de enige distilleerderij in dit land die nog alles zelf doet; van het mouten van de gerst tot en met het bottelen van de gerijpte whisky. Naast het feit dat ze de gehele productie onder eigen beheer houden doen ze nog veel meer. Bij distilleerderij Springbank maken ze niet slechts één whisky, ze maken er wel drie. En bovendien runnen ze ook nog eens een andere distilleerderij in de stad Campbeltown, dat ooit 'the whisky capital of the world' werd genoemd.
Tot de jaren 20 van de twintigste eeuw stond Campbeltown vol met distilleerderijen. In de hoogtijdagen produceerden er in en rond deze plaats ongeveer dertig distilleerderijen en gold Campbeltown als de rijkste stad van het Verenigd Koninkrijk. Door de Eerste Wereldoorlog en door de drooglegging in de Verenigde Staten van Amerika kwam hier abrupt een einde aan. Toen de drooglegging ten einde was en de verkoop van whisky aan de V.S. weer op gang kwam waren er nog maar twee distilleerderijen die terug in productie konden komen. Dit waren Glen Scotia en Springbank, en dit zouden dan ook nog vele jaren de enigen zijn die nog distilleerden in Campbeltown. Ondanks het feit dat er maar twee distilleerderijen actief waren bleef men Campbeltown nog jarenlang zien als een aparte Schots whiskyregio. Steeds meer mensen beschouwen Campbeltown echter als een deel van de Highlands.