Deze wijnen hebben baat bij extra rijping
Opdat een wijn zich verder zou kunnen ontwikkelen tijdens het bewaren, moet hij minstens één van twee heel belangrijke kenmerken hebben: veel zuur of veel tannine. Soms heeft hij beide. Voor witte wijnen die verder moeten rijpen, is de zuurgraad bijzonder belangrijk. Als het bijzonder hoog is, is de wijn meestal maar beperkt te genieten als hij jong is. Met meer rijping verzacht de zuurtegraad echter en wordt hij harmonieuzer. Goede voorbeelden hiervan zijn Franse Grands Crus zoals Montrachet, Meursault, Chablis (allemaal Chardonnays) of Duitse Große Gewächse op basis van Riesling. In het geval van zoete wijnen zoals Sauternes, Trockenbeerenauslese of Eiswein is de zuurgraad ook de doorslaggevende factor om ervoor te zorgen dat de wijnen tientallen jaren kunnen rijpen zonder hun hoogtepunt te bereiken.
Bij rode wijn daarentegen is tannine de belangrijkste factor. Hoe meer tannine een wijn heeft, hoe beter hij kan verouderen. In de regel zijn dit wijnen van druivensoorten die veel tannines hebben door hun dikke bessenschillen. Voorbeelden zijn cabernet sauvignon, mourvèdre of tannat. Maar dat is niet alles. Veel tannines hebben ook een hoge zuurgraad nodig om de rode wijn in balans te houden. Rode wijnen die veel baat hebben bij een langere rijping zijn bijvoorbeeld Bordeaux van hoge kwaliteit of Cabernet Sauvignons uit Californië. Als de wijnen dan in nieuwe barriques rijpen, worden de tannines versterkt, wat het rijpingsproces kan verlengen. Ook hier zijn Bordeaux-wijnen het beste voorbeeld.
Pinot noir is een kleine uitzondering in de wereld van rode wijn. De druif zelf voegt nauwelijks tannine toe aan de wijn, maar heeft wel vrij veel zuren. Daarom kunnen pinot noirs uitstekend ouderen zonder veel tannines. De beste voorbeelden hiervan zijn de wijnen uit de Bourgogne, zoals Échézeaux, Gevrey Chambertin, Musigny of Clos de Tart. Of uit Californië of Oregon. En de grote Duitse wijnen van Spätburgender, zoals de druif daar heet, kunnen ook een eeuwigheid rijpen.