Hallo, ik ben Michael Jackson, ik zing niet, ik dans niet en ik drink geen Pepsi.
Zo heeft Michael Jackson (1942), schrijver van bier- en whiskyboeken, zich jarenlang voorgesteld om zich te onderscheiden van die andere, iets beter bekende zingende, dansende en coladrinkende naamgenoot. Samen met mijn vriend en gids Matthew, dit laatste is onontbeerlijk in een stad als London, bracht ik een bezoek aan Michael Jackson. De man die het aandurfde om in plaats van boeken over wijn, dat toen al jaren in was, boeken over bier en later ook over whisky te gaan schrijven.
Ergens in west Londen, in de wijk Hammersmith in een achterafstraatje dat ook de taxichauffeur niet wist te vinden, troffen we Michael in zijn kantoor. Een kantoor vol met boeken, flessen bier en whisky, en overal glazen. Het was een voormalige brouwerij waarvan het café in de volgende straat stond en de naam ‘Rising sun’ droeg. “Ga zitten en wat willen jullie drinken: bier, whisky of koude koffie?” ontving hij ons vriendelijk. Hij wist dat ik niet voor de gezelligheid kwam maar voor een interview. En voordat hij ook maar iets had ingeschonken begon hij met zijn levensverhaal waar gaande het interview nauwelijks een speld tussen was te krijgen. “Als klein kind kreeg ik al mijn eerste whisky. Ik werd geboren als één van een tweeling en was veel kleiner en fragieler dan mijn tweelingbroer. Mijn moeder had verwacht dat ik zou sterven, maar anders geschiedde. Mijn grotere broer stierf een aantal dagen na onze geboorte. Door zijn overlijden werd ik door mijn ouders overbeschermd opgevoed en kreeg al vroeg geklutste eieren met whisky, iets wat jullie advocaat noemen. Toen ik volwassen was, kreeg ik van mijn vader blended whisky, maar dat vond ik niet zo lekker. Toen ik journalist werd, wilde ik graag in Schotland werken, ondanks dat ik Engels ben en uit Yorkshire kom. Ik was een zeer ambitieuze jongeman en kreeg al gauw een baan bij de Daily Mail in Edinburgh. Met één van mijn collega’s, een Schot, raakte ik zeer goed bevriend en we zaten vaak met een pint in de pub te praten over de meest uiteenlopende zaken. Schotten hebben voor Engelse begrippen rare gewoonten. Op een dag wilde hij met me vechten, waar ik niet zo’n trek in had. Hij zei: “Wat ben jij nou voor vriend als je niet met me wil vechten. Jij Engelsman,” vervolgde hij, “heb jij wel eens whisky gedronken?” Ik vertelde hem over mijn ervaring met mijn vader, en hij begon te lachen. “Ik hoor het al, jij hebt nooit een maltwhisky gedronken.” Ik had zelfs nog nooit van maltwhisky gehoord en we hadden ook nooit eerder een whisky tussen onze pints gezet. Het was, als ik het me goed herinner 1961 en zoveel maltwhisky’s waren er niet te krijgen in de pubs van Edinburgh. Als er één of twee stonden was het veel, maar mijn Schotse vriend bestelde een twaalf jaar oude Glen Grant met een verbazend lichte kleur. Dit was mijn eerste malt en dit vond ik wel lekker. Ik verloor mijn Schotse vriend in de loop van de tijd uit het oog. Jaren later liep ik hem weer eens tegen het lijf. Hij was door een diep alcoholisch dal gegaan en was nu in de Here en dronk geen druppel meer. Ik kwam tot de conclusie dat wat hem kapot gemaakt heeft, de whisky, mij heeft groot gemaakt.
Na mijn avontuur in Schotland ben ik naar Londen gegaan. Ik werkte als journalist en was nog steeds zeer gedreven, hierdoor kreeg ik regelmatig promotie. Na een tijdje dit journalistenwerk te hebben gedaan, wilde ik wat van de wereld zien en besloot naar Nederland te gaan. Ik vestigde me in Amsterdam waar ik de eerste redacteur van het blad Holland Harold werd. Later schreef ik zelf het hele blad vol. Vanuit Amsterdam maakte ik regelmatig tripjes naar België en Duitsland. Ik kreeg een vriendin en ging op haar verzoek zonder werk terug naar Engeland. Na een tijdje zonder werk gezeten te hebben, zag ik een advertentie die mij een saai baantje leek. Ik moeste van mijn vriendin echter toch solliciteren en werd aangenomen bij World Press News.
Ik heb van het saaie baantje een wereldbaan voor mezelf gemaakt want in korte tijd had ik het concept en de naam veranderd in Campaign. Het blad werd zeer populair en het concept werd gekopieerd door andere uitgevers. Maar blijkbaar werd ik te lastig en werd ontslagen omdat ik geen pakken wilde dragen.