Brora: de wederopstanding

Brora: de wederopstanding

Diageo heropende onlangs Brora, dat vijfendertig jaar geleden werd gesloten. Een distilleerderij die een 'cultstatus' heeft bereikt en waarvan de whisky's tegenwoordig recordbedragen opleveren. Zou dit de reden kunnen zijn waarom 's werelds grootste drankenproducent Brora weer in productie heeft genomen? Zal dit de investering van meer dan 15 miljoen euro snel terugverdienen?

De grootste vraag is natuurlijk of de mensen van Diageo in staat zullen zijn om de oude smaak van Brora whisky terug te brengen. Een whisky die, gewild of ongewild, een heel ander karakter had dan bijvoorbeeld Port Ellen in zijn vorige leven. Dit kwam vooral door verschillende moutmethoden. Brora is dus uit zijn as herrezen, maar is het specifieke karakter nog overgebleven?

In dit artikel eerst een korte geschiedenis van Brora, gevolgd door een overzicht van de whisky's die er de afgelopen actieve jaren zijn geproduceerd.

 

Het begin van Brora

Distilleerderij Brora werd in 1819 gebouwd onder de naam Clynelish door George Granville Leveson-Gower, markies van Stafford. De eerste huurder was James Harper, die distilleerde met een ketel van 909 liter en een ketel van 259 liter. De rest van de distilleerderij was ook klein, maar compleet. Een moutvloer, een moutdroogoven waarin een vuur van plaatselijk gestookte turf werd gebruikt om de mout te drogen, een moutmolen, een brouwketel en een gistkuip; ze waren er allemaal. Er werd 'Bere' - een kleine oergerst - gebruikt en de restanten als 'bierbrouwsel' na het brouwen werden gevoerd aan varkens die speciaal voor dit doel werden gehouden. In die tijd werden de bewegende delen in de distilleerderij verplaatst door paarden.

De jaarlijkse productie bedroeg ongeveer 25.000 liter pure alcohol.

Brora, verdere geschiedenis ...

Enige tijd later - de derde huurder George Lawson had nu de leiding - bezocht Alfred Barnard de distilleerderij voor zijn boek 'The Whisky Distilleries of the United Kingdom'. De distilleerderij was kort daarvoor uitgebreid gerenoveerd en verbouwd en de productiecapaciteit was verhoogd. Er waren toen drie opslagruimtes voor gerst en twee moutvloeren, een met een stenen weekvat en een ander van ijzer. De moutdrogerij was kort daarvoor vernieuwd en er werd alleen turf gebruikt om de groene mout te drogen. Bewegende onderdelen zoals de moutmolen, pompen en koelventilatoren werden nu aangedreven door een watermolen. De fermentatieruimte bevatte vier fermentatievaten, elk met een capaciteit van 13.500 liter. De twee distilleerketels waren net geïnstalleerd. Helaas werd de capaciteit van de ketels niet vermeld, maar we kunnen aannemen dat ze groter waren dan hun voorgangers. In deze periode werd er meer dan 90.000 liter alcohol per jaar geproduceerd.

In 1896 kwam er een einde aan de pacht toen de vierde hertog van Sutherland besloot de distilleerderij te verkopen aan James Ainslie, een whiskyblender uit Leith, en John Risk van distilleerderij Banker bij Bonnybridge. De nieuwe eigenaren hadden 'Clynelish' duidelijk gekocht vanwege de goede reputatie en de hoge prijs waarvoor het verkocht werd. De distilleerderij werd afgebroken op een whiskypakhuis na, en in 1896 en 1897 werd een compleet nieuwe distilleerderij gebouwd om meer te produceren. Er werden onder andere een kanaal en een reservoir gegraven zodat er stromend water doorheen kon stromen om een watermolen en een dynamo aan te drijven. De watermolen dreef de bewegende onderdelen in de distilleerderij aan en de dynamo wekte elektriciteit op om de distilleerderij te verlichten, waardoor er langer kon worden gewerkt, vooral in de winter. In het ene pakhuis dat nog overeind stond, werd de whisky gerijpt die tussen 1870 en 1896 werd geproduceerd.

Nog een nieuwe distilleerderij Clynelish, en een naamsverandering naar Brora

Na de hierboven beschreven grote opknapbeurt veranderde er weinig in de Clynelish distilleerderij, afgezien van wat onderhoudswerkzaamheden. Dit veranderde toen er in augustus 1967 een nieuwe distilleerderij in productie werd genomen naast de oude Clynelish. Deze werd gebouwd om dezelfde whisky te produceren als in de oude distilleerderij. Er werden exacte kopieën van de distilleerketels neergezet, maar drie keer zoveel als in de oude distilleerderij. Het enige verschil was dat de nieuwe ketels buiscondensors hadden in plaats van spiralen. De nieuwe distilleerderij kreeg de naam Clynelish A en de oude werd omgedoopt tot Clynelish B. In 1968 werd de moutvloer van Clynelish B gesloten en vanaf dat moment kwam de mout uit de vatenmouterijen van Glen Ord. In april 1969 werd Clynelish B tijdelijk gesloten. De oude kolengestookte ketel werd vervangen door een ketel die met stookolie werd verwarmd en in 1970 werd de distilleerderij weer in bedrijf genomen. Vanaf dat moment werd Clynelish B omgedoopt tot Brora en gedistilleerd met turfgerookte mout die ook afkomstig was van de mouterijen van Glen Ord. De reden dat Brora gerookte mout ging gebruiken, was om de productie van distilleerderij Caol Ila te absorberen. Deze distilleerderij op Islay kon een aantal jaren niet produceren omdat er geen ruimte was om een nieuwe distilleerderij naast de oude te bouwen zoals Clynelish. Dus werd de oude Caol Ila afgebroken en werd op dezelfde plek een nieuwe distilleerderij gebouwd.

Toen Caol Ila klaar was en in 1974 werd geopend, ging Brora aan het eind van datzelfde jaar weer dicht. De brouwerij werd gerenoveerd en Brora keerde in april 1975 terug in productie. Vanaf dat moment werd er ongerookte mout gebruikt en werd dezelfde whisky gemaakt als in het naburige Clynelish.

En nu is het 2021 ...

De vraag is dus welke whisky er gemaakt gaat worden in de 'pas' heropende Brora distilleerderij. Wordt het de gerookte of de ongerookte versie? Zeker is dat het niet de versie van vóór 1968 is, toen de mout nog van de eigen moutbodem kwam en toen turf nog werd gebruikt om de mout te drogen in plaats van te roken.

Brora kwam terug in productie in 2021 en produceert nu 800.000 liter per jaar.

Aan favorieten toegevoegd